Tip: voor vlees, vis, gevogelte en wild geldt allemaal: voor een knapperig korstje en goudbruine kleur kun je het stuk vlees het beste eerst even aanbraden en vervolgens doorgaren in de oven. 

Kerntemperatuur wild

Bij het braden van wild maak je onderscheid tussen wild met rood vlees en wild met wit vlees. Kruiden doe je in beide gevallen het beste vooraf, maar zout het pas na het braden.

  • Eend heeft een kerntemperatuur van 79 - 82 °C nodig;
  • Konijn heeft een kerntemperatuur van 52 - 55 °C nodig;
  • Haas (filet en hazenrug) hebben een kerntemperatuur van 48 - 52 °C nodig, de bouten een kerntemperatuur van 82 °C;
  • Patrijs, houtduif en fazant hebben een kerntemperatuur van 55 - 60 °C nodig;
  • Wild zwijn, bout, rug en filet heeft een kerntemperatuur van 60 - 62 °C nodig;
  • Ree en hert hebben een kerntemperatuur van 55 °C nodig.