kippenragout

Verwarm de oven voor op 165 °C.

Snijd de dekseltjes voorzichtig los van de pasteibakjes. Bak de pasteibakjes in 10 minuten af.

Verwarm ongeveer een liter water in een kookpan en voeg de kippenbouillon toe.

Doe de kipfilet in de pan en kook de kip in 10 minuten gaar. Haal de kip uit de pan en schenk 500 ml van de bouillon in een maatbeker.

Snijd de champignons in plakjes en snipper een ui. Ris de tijm.

Verwarm een koekenpan met een klontje boter en fruit de ui. Voeg de champignon in delen toe en voeg ook de tijm toe. Bak op hoog vuur in 5 minuten goudbruin. Zet even opzij.

Trek de gekookte kipfilets met twee vorken uit elkaar.

Verwarm 50 g boter in een grote steelpan en voeg de bloem toe. Meng tot een roux en bak in 2 mintuen gaar.

Voeg in delen de kippenbouillon toe en roer tot een gladde kippenragout.

Voeg de kipreepjes en de gebakken champignons toe. Breng op smaak met peper, zout en mosterd.

Vul de pasteibakjes met de kippenragout en garneer naar smaak met extra tijm.

Verwarm de oven voor op 200 ºC.

Kluts het ei. Leg 4 plakjes bladerdeeg op een met bakpapier beklede bakplaat. Bestrijk de randen met ei.

Gebruik de steker om uit de andere 4 plakjes een cirkel te steken. Leg de plakjes met het gat op de plakjes bladerdeeg op de bakplaat. Bestrijk met ei.

Leg de rondjes op de bakplaat en bestrijk ze met ei.

Bak de pasteibakjes in de oven in circa 25 minuten goudbruin en gaar.