Maak een chermoula (marinade) van de fijngehakte koriander, peterselie en knoflook. Snijd de citroen door en pers het sap eruit. Meng de knoflookmarinade met paprikapoeder, 5 el olijfolie en het citroensap. Breng op smaak en peper.
Maak de vis schoon en houd de koppen en staarten apart. Marineer de visfilets in de chermoula en laat ze minstens 3 uur en maximaal halve dag in de koelkast marineren.
Zet de kop en graten met ruim koud water, de peperkorrels, het laurierblaadje, de gehalveerde uien en tomaat op. Laat op een heel laag vuur circa 1,5 uur trekken. Schenk dit vervolgens door een zeef en kook de bouillon in tot zeker de helft.
Maak eerst de artisjokken schoon. Snijd drie vierde van de bloem af. Schil als een appel tot aan je bij de bodem en het 'hooi' (binnenste van artisjok) komt.
Snijd zo mooi mogelijk langs het vruchtvlees en schil ook de onderkant van de bodem zodat er geen groen meer overblijft. Schep het ‘hooi’ er met een lepel uit. Snijd vervolgens de bodem in 4 stukken. Maak de overige groente schoon, snijd deze in stukken. Stoom de groente allemaal apart van elkaar gaar, maar nog zorg dat ze knapperig blijven.
Roerbak vervolgens de gestoomde groente met de doperwtjes in wat boter in een ruime koekenpan of wok goudbruin. Breng op smaak met wat zout en peper.
Bak vlak voor het serveren de visfilets in wat boter in enkele minuten aan beide kanten goudbruin en gaar. Voeg de bouillon toe en laat nog enkele minuten stoven.
0 reacties