zandkoekjes

Hoewel je het liefst meteen je tanden erin zet: laat de zandkoekjes afkoelen. Eet ze daarna zo snel mogelijk op. Je kunt ze wel bewaren als je ze goed hebt laten afkoelen en in een luchtdichte pot bewaart. Maar: hoe verser ze zijn, hoe lekkerder.

Blijven jouw zandkoekjes toch te lang liggen, dan kun je er ook een ander recept mee maken, namelijk kokos kerseneitjes. Wil je de lat wat hoger leggen dan zandkoekjes, maak dan eens een XXL roze koek of chocoladekoeken met macadamia. 

Zandkoekjes lijken gelukkig alleen qua structuur op de zandtaartjes die kinderen als luchtkastelen in de zandbak bouwen. Aan die korrelige, zanderige textuur hebben zandkoekjes hun naam dan ook te danken. 

Zorg voordat je begint met het kneden van het deeg dat de ingrediënten op temperatuur zijn, vooral de boter. Probeer het deeg maar eens te kneden met koude boter die rechtstreeks uit de koelkast komt. Dat is haast niet te doen. Met warmere boter kneed je er zo doorheen. Dus leg de boter zeker zo’n uurtje van te voren uit de koelkast. 

Die stijfheid die kou met zich meebrengt kan ook in z’n voordeel werken. Dat ga je merken wanneer je het deeg in de koelkast laat rusten. Dit doe je ongeveer een half uurtje, zodat het deeg wat steviger wordt. Op die manier kun je er veel beter koekjes uitsteken die hun vorm behouden. 

Om de koekjes goed uit te kunnen steken, houd je het vormpje schoon. Check dus na elk koekje dat je er uit hebt gestoken goed of er geen restjes deeg zijn achtergebleven. Beweeg het vormpje op en neer wanneer het op z’n diepste punt in het deeg zit. Met die kleine beweging duw je het andere deeg weg van het vormpje en steek je 'm makkelijker uit. 

Zandkoekjes bakken staat vaak op het woensdagmiddagprogramma omdat het zo makkelijk is. Makkelijk genoeg om de assistentie van kinderen voor in te schakelen. Naast dat ze heel eenvoudig te maken zijn, blijven ze lekker, hoe oud je ook bent.